1. Ik ben een kind van God,
door Hem op aard’ gebracht.
Hij heeft mij met een veilig thuis
en ouders lief bedacht.
Leid mij, help mij, blijf dicht bij mij,
vraag ik hun steeds weer,
leer mij al wat ik moet doen
dat ik tot Hem wederkeer.
2. Ik ben een kind van God,
toch voel ik mij heel klein;
begrijpen wil ik heel zijn plan,
een voorbeeld altijd zijn.
Leid mij, help mij, blijf dicht bij mij,
vraag ik hun steeds weer,
leer mij al wat ik moet doen
dat ik tot Hem wederkeer.
3. Ik ben een kind van God,
Hij geeft mij toch zoveel,
als ik maar leer zijn wil te doen,
wordt zaligheid mijn deel.
Leid mij, help mij, blijf dicht bij mij,
vraag ik hun steeds weer,
leer mij al wat ik moet doen
dat ik tot Hem wederkeer.
4. Ik ben een kind van God,
Hij is vaak heel dichtbij.
Hij wil graag dat ik bij Hem kom,
ja, eens verwacht Hij mij.
Leid mij, help mij, blijf dicht bij mij,
vraag ik hun steeds weer,
leer mij al wat ik moet doen
dat ik tot Hem wederkeer.
Tekst: naar Naomi Ward Randall (1908–2001). © 1957 IRI. Vierde couplet © 1978 IRI
Muziek: Mildred Tanner Pettit (1895–1977). © 1957 IRI. Bew. Darwin Wolford (1936– ). Bew. © 1989 IRI