1. Leid ons, o Gij goede Meester, veilig naar ’t beloofde land. Wij zijn zwak, maar Gij zijt machtig, steun ons door uw sterke hand. Heil’ge Trooster, heil’ge Trooster, voed ons tot de Here komt, [tot Hij komt,] voed ons tot de Here komt.
2. Open, Jezus, Zions bronnen, dat haar rijkste zegen ruis’. Laat de vuur– en wolkkolom ons leiden naar uw heilig huis. Grote Redder, grote Redder, breng ons die verwachte dag, [die dag,] breng ons die verwachte dag.
3. Als deez’ aarde kreunt en siddert, geef ons bange hart dan rust. Als uw oordeel spreidt verwoesting, berg ons dan op Zions kust. ’k Zal dan juichen, dank betuigen, uw verheven naam ter eer, [ter eer,] uw verheven naam ter eer.