1. O, vast als een rotssteen is Gods heilig woord! Geeft acht, volgt het na, gij die ’t reeds hebt gehoord. Wat meer kan Hij zeggen dan Hij heeft gedaan? O, sluit u bij Jezus, o, sluit u bij Jezus, o, sluit u bij Jezus, de Redder, toch aan.
2. In iedere toestand, ’t zij ziek of gezond, als armoed’ u zoekt, of geluk gij hier vondt, te huis of op weg, of op land, zee of meer, naar uwe behoefte, naar uwe behoefte, naar uwe behoefte, zo geeft u de Heer.
3. Vat moed! Ik ben met u, o, weest niet verschrikt, want Ik ben uw God die uw lot hier beschikt. Ik sterk u en help u en waarschuw voor ’t kwaad, als gij vol vertrouwen, als gij vol vertrouwen, als gij vol vertrouwen Mij nimmer verlaat.
4. Als voor diepe waat’ren gij eens komt te staan, weet dat Ik een weg door de kolken u baan. Ik blijf uw Beschermer, uw eeuwige Borg, en wijd tot uw welzijn, en wijd tot uw welzijn, en wijd tot uw welzijn uw smart’lijkste zorg.
5. Als vurige pijlen verstoren uw vreê, dan gaat mijn genâ in de strijd met u mee. De vlam zal niet deren, maar tot uw behoud uw smetten verwijd’ren, uw smetten verwijd’ren, uw smetten verwijd’ren en zuiv’ren uw goud.
6. Als door bitter lijden ik u roep te gaan, en gij veel verdriet ondervindt op uw paân, zo zal ik in smarten van u geenszins vliên, maar bijstand en hulpe, maar bijstand en hulpe, maar bijstand en hulpe in kommer u biên.