1. Groot was de vreugd op ’t pinksterfeest, toen van Gods troon de Heil’ge Geest neerdaald’ en kroonde ieders hoofd met tongen vuurs, door Hem beloofd.
2. Zijn gaven, in dat uur gebracht, schonken tot overtuiging kracht; door ied’re ziel werd Godes woord aldaar in eigen taal gehoord.
3. Met macht bekleed uit hoger oord, brachten apost’len Jezus’ woord; leerden het schoon verlossingsplan, hetwelk een ieder redden kan.
4. Wie aan dat woord geloof wil slaan en wordt gedoopt in Jezus’ naam, krijgt dan vergeving van de zond’ en vindt de redding in ’t ver bond.