1. Hoe treff’lijk en groot uw werken, o Heer! Hoe duurzaam en recht uw wegen en leer! Wie zal U niet prijzen voor al wat Gij doet? Gij, Here, zijt heilig, Gij, Here zijt goed.
2. Tot volken in nacht zal komen uw licht. Hun eredienst dan tot U zij gericht. Alom zal uw waarheid en recht zijn verbreid, tot eens heel het mensdom U, Here, belijdt.