1. Zie aan de waterkant ons staan, opdat Gods wil geschiedt. Zie ons ten doop in ’t water gaan, zoals zijn woord gebiedt, zoals zijn woord gebiedt.
2. Vader, wij kennen onze schuld en hebben ons bekeerd. O, dat Gij in uw groot geduld ons streven accepteert, ons streven accepteert.
3. Jezus, uw Eerstgeboren Zoon, is ’t die de weg ontsloot. Zijn bloed wast ons van zonden schoon en redt ons van de dood, en redt ons van de dood.
4. In het symbolisch watergraf daalt straks de doop’ling neer. De oude mens legt hij daar af, hernieuwd verrijst hij weer, hernieuwd verrijst hij weer.
5. Als u gegaan bent door de poort op ’t enge, smalle pad, vergast u dan aan Christus’ woord, streef voorwaarts en volhard, streef voorwaarts en volhard.