Book cover

O hoofd bedekt met wonden

Lofzangen, 80


0:00 0:00
Introduction
All Verses

1. O hoofd bedekt met wonden, belaân met smart en hoon, o hoofd, ten spot ombonden met ene doornen kroon, eertijds gekroond met stralen van meer dan aardse gloed, waarlangs nu drupp’len dalen; ’k breng biddend U mijn groet!

2. Van al de last dier plagen, met goddelijk geduld, o Heer, door U gedragen, heb ik, heb ik de schuld! Och, zie ho ’k voor uw ogen hier als een zondaar sta, en schenk vol mededogen m’een blik van uw gena!

3. Als ’k eens van d’aarde scheide, och, wijk dan niet van mij! Als ik de doodssnik beide, och, sta dan aan mijn zij! En wordt mijn strijd het bangste, laat dan in angst en pijn uw doorgeworsteld’ angste mij tot vertroosting zijn!