1. Het heilig woord van liefd’ en deugd is hier ons daag’lijks goed, een wijzer op het levenspad dat voor gevaar behoedt.
Heilig woord van liefde, komend van Godes troon; hoe zoet, hoe fijn voor ’t harte mijn is immer der liefde woord.
2. ’t Komt van apost’len, goed en trouw, wier naam om eerbied vraagt; met ’t woord der liefde leren z’ ons te doen wat God behaagt.
Heilig woord van liefde, komend van Godes troon; hoe zoet, hoe fijn voor ’t harte mijn is immer der liefde woord.
3. ’t Komt van profeten met gezag, die, door de Geest geleid, ons voorgaan op het smalle pad, de weg tot zaligheid.
Heilig woord van liefde, komend van Godes troon; hoe zoet, hoe fijn voor ’t harte mijn is immer der liefde woord.
4. O, laten wij hun goede raad en leer toch niet weerstaan, maar, in geloof en need’righeid, gehoorzaam voorwaarts gaan.
Heilig woord van liefde, komend van Godes troon; hoe zoet, hoe fijn voor ’t harte mijn is immer der liefde woord.