1. O zoete ure van gebed, gij rukt mij uit der zorgen net en doet mij aan mijns Vaders troon genade vinden door zijn Zoon. In tijden van verdriet en smart vond ik vaak balsem voor het hart, en werd des bozen wil belet door u, gij ure van gebed, en werd des bozen wil belet door u, gij ure van gebed.
2. O zoete ure van gebed, mijn smeking brengt gij onverlet tot Hem wiens trouw en lief’lijkheid mijn ziel met zeek’re hoop verblijdt. En daar Hij wil dat ik zijn stem gelovig volg en bouw op Hem, werp ’k heel mijn last op Hem, die redt, in u, gij ure van gebed, werp ’k heel mijn last op Hem, die redt, in u, gij ure van gebed.