Book cover

Mijn goede Herder is de Heer

Lofzangen, 77


1. Mijn goede Herder is de Heer, bij Hem ontbreekt mij niets; aan rustige waat’ren voert Hij mij; mijn ziel verkwikt Hij weer.

2. Al ga ik door een donker dal, ik vrees het kwade niet; zijn stok en zijn staf vertroosten mij; Hij, die mij leiden zal.

3. Mijn Herder, niets is Hem teveel, zijn olie zalft mijn hoofd, mijn beker vloeit over van zijn trouw; genade is mijn deel.

4. Ja, heil en goedertierenheid, zij volgen op mijn pad. In ’t huis van mijn Heer verblijf ik eens tot in de eeuwigheid.