1. Wat is het evangelie dat u zozeer verblijdt? Wat is ’t en wat zal ’t blijven, voor nu en voor altijd? Het is een eeuw’ge boodschap van vreed’ en zaligheid voor hen die zich bekeren van ongerechtigheid.
2. Waartoe is ’t ons gegeven in onze levenstijd? Zal ik er ook naar streven, mij wagen in de strijd? Het is een blijde boodschap tot kennis van uw lot, opdat gij, sterf’lijk wezen, moogt worden als uw God.
3. Laat ons dan dankbaar strijden, gaan wij gehoorzaam voort, laat ons elkander steunen door daad, gebed en woord. Weet, als wij steeds volharden, dan is aan ’t eind ons loon dat Godes hand zal geven een overwinnaarskroon.