1. Zie, uw pad wordt schoon en licht, levensvreugde wordt gesticht, als de zon schijnt in uw hart. Mist en duister worden dag, schaduw vliedt voor haar gezag, als de zon, de zon schijnt in uw hart.
Als de zon schijnt in uw hart, zendt haar stralen uit in ’t rond, zo breekt aan de morgenstond en verdwijnt uw zorg en smart, als de zon, de zon schijnt in uw hart.
2. Tot de ziel die is verstoord, klinkt uw vriendelijke woord, als de zon schijnt in uw hart. Ook al schijnt het u gering, ’t brengt toch ’s hemels zegening, als de zon, de zon schijnt in uw hart.
Als de zon schijnt in uw hart, zendt haar stralen uit in ’t rond, zo breekt aan de morgenstond en verdwijnt uw zorg en smart, als de zon, de zon schijnt in uw hart.
3. U kunt helpen, klein en groot, en verlichten and’rer nood, als de zon schijnt in uw hart. Als u lasten mededraagt, wordt uw lijden deels verjaagd, als de zon, de zon schijnt in uw hart.
Als de zon schijnt in uw hart, zendt haar stralen uit in ’t rond, zo breekt aan de morgenstond en verdwijnt uw zorg en smart, als de zon, de zon schijnt in uw hart.
4. U kunt leven, heel verblijd, zelfs bij al uw werk en strijd, als de zon schijnt in uw hart. Zie hoe liefde in u groeit en uw zelfvertrouwen bloeit, als de zon, de zon schijnt in uw hart.
Als de zon schijnt in uw hart, zendt haar stralen uit in ’t rond, zo breekt aan de morgenstond en verdwijnt uw zorg en smart, als de zon, de zon schijnt in uw hart.