1. Kom, o Gij Vredevorst!
Lang hebben w’U verwacht;
ons heil is in uw hand,
verlos ons uit de nacht.
Gewenste veler volk’ren, kom!
Vergader Isr’el van alom!
2. Aan zonde maak een eind
en zuiver d’aard’ met vuur,
herstel gerechtigheid.
Uw vredevol bestuur
wordt door uw heilig volk eerlang
verwelkomd met een vreugdezang.
3. Hosanna’s klinken dan
uit der verlosten mond;
de echo plant zich voort,
de hele wereld rond.
Het zegelied vervult ’t heelal,
weerklinkt van Zions berg en dal.
4. Heil, wonderbare God!
Bestijg uw eeuw’ge troon,
wijl ’t uitverkoren volk
U eer geeft als de Zoon
en elke knie voor U zich buigt,
ja, ied’re mond U lof betuigt.