Lofzangen, no. 47
God onzer vaad’ren

1. God onzer vaad’ren, wiens almacht’ge hand leidt voort de baan der sterren en hun stand, stuurt de planeten in het gans heelal, uw grote kracht bewijst zich overal.

2. Uw liefde heeft ons in ’t verleên geleid; leid ons, o Heer, ook nu in deze tijd! Wees onze Gids, Beschermer, Rots en Borg, hoedt Gij ons immer in uw goede zorg.

3. Oorlogsgeweld, vernietiging en plaag; ondanks dit al is Zions groei gestaag. Laat onze hoop in U verankerd zijn; Heer, dat uw goedheid immer op ons schijn’.