Lofzangen, no. 128
Hij stierf! De grote Redder stierf

1. Hij stierf! De grote Redder stierf, en Isr’els dochters weenden luid. De hemel werd in nacht gehuld, en d’aarde brak in beven uit.

2. Komt, heil’gen komt en stort een traan voor Hem die willig droeg uw last. Hij stortte zijn onschuldig bloed, waardoor Hij van de zond’ u wast.

3. De Heer des hemels stierf voor ons, met liefd’ en smart oneindig groot. Maar o, wat jubel werd gehoord toen Hij verrees na kruis en dood.

4. Des levens Heer verliet het graf, Hem houden kon des doods macht niet. Een eng’lenheer geleidde hem en zong Hem toe een welkomstlied.