1. Wij gedenken deze stonde hoe Gij, Here, voor ons leedt
toen Gij voor der mensen zonden aan het kruis verzoening deedt.
Wij vergaven wie misdreven jegens ons, zoals Gij ’t vraagt.
Wil gelijkerwijs vergeven al wat U in ons mishaagt.
2. Zuiver, Heer, ons hart, dan dwalen wij nooit ver van ’t rechte spoor.
Licht’ uw Geest ons met zijn stralen dag aan dag steeds helder voor.
Lokt verzoeking ons tot zonde, help ons dan die te weerstaan;
hoed ons immer tot de stonde dat w’ uit d’aardse sferen gaan.
3. Daalt G’ in glorie eenmaal neder om hier aller Vorst te zijn,
en met uw getrouwen weder eet en drinkt dan brood en wijn,
moogt G’ ons allen dan vergaad’ren voor dat heilig avondmaal
waartoe Gods verlosten naad’ren aller natie, tong en taal.