1. Zie, de zon schijnt heden in mijn ziel,
daag’lijks komt meer warmt’en licht,
sinds ik voor de Heiland nederkniel
in gebed, mijn liefste plicht.
O, ’t is zonlicht, hemels zonlicht,
zonlicht zelfs bij storm en ook in smart.
Als ik mijn gebed ten hemel richt
is er zonlicht in mijn hart.
2. ’t Is muziek en blijdschap in mijn ziel,
innig dankbaar klinkt mijn stem,
sinds ik voor de Heiland nederkniel
en mijn leven wijd aan Hem.
O, ’t is zonlicht, hemels zonlicht,
zonlicht zelfs bij storm en ook in smart.
Als ik mijn gebed ten hemel richt
is er zonlicht in mijn hart.
3. Lente bloesemt heden in mijn ziel,
vrede groeit er daag’lijks meer,
sinds ik voor de Heiland nederkniel
en Hem aanneem als mijn Heer.
O, ’t is zonlicht, hemels zonlicht,
zonlicht zelfs bij storm en ook in smart.
Als ik mijn gebed ten hemel richt
is er zonlicht in mijn hart.
4. O, wat vreugde kwam er in mijn ziel,
welk een hoop en liefd’ en lof,
sinds ik voor de Heiland nederkniel
en verwacht het hemels hof.
O, ’t is zonlicht, hemels zonlicht,
zonlicht zelfs bij storm en ook in smart.
Als ik mijn gebed ten hemel richt
is er zonlicht in mijn hart.