1. Mijn goede Herder is de Heer,
bij Hem ontbreekt mij niets;
aan rustige waat’ren voert Hij mij;
mijn ziel verkwikt Hij weer.
2. Al ga ik door een donker dal,
ik vrees het kwade niet;
zijn stok en zijn staf vertroosten mij;
Hij, die mij leiden zal.
3. Mijn Herder, niets is Hem teveel,
zijn olie zalft mijn hoofd,
mijn beker vloeit over van zijn trouw;
genade is mijn deel.
4. Ja, heil en goedertierenheid,
zij volgen op mijn pad.
In ’t huis van mijn Heer verblijf ik eens
tot in de eeuwigheid.
Tekst: psalm 23, bew. Merryn P. Jongkees (1959– )
Muziek: Jessie Seymour Irvine (1836–1887), bew.